Over ons
Biologisch-Archeologisch Platform is een onafhankelijk platform van biologisch-archeologische specialisten in de archeologie. Het BAP bevordert onderzoek, onderwijs, communicatie en integratie van biologisch-archeologisch onderzoek binnen de archeologie.
De doelstelling van het Biologisch-Archeologisch Platform (BAP) luidt:
Het bevorderen van de integratie van het bio-archeologisch onderzoek in de archeologie en het stimuleren van de ontwikkeling van het vakgebied. Het BAP wil deze doelstelling realiseren door zich te richten op drie pijlers: onderwijs, onderzoek en communicatie.
Het BAP neemt ook actief deel aan de vernieuwing van het archeologische bestel en de discussie rondom de certificering en de rol van bio-archeologisch specialismen binnen de certificering. Samen met SAMPL (het platform voor specialisten van archeologisch materiaal) heeft BAP een zetel in het Centraal College van Deskundigen in de Archeologie (CCvD). Ook neemt het BAP actief deel in het Groot Reuvensoverleg.
Het biologisch-archeologisch onderzoek in Nederland kent een lange geschiedenis. De eerste onderzoeken stammen uit het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Met aanstellingen van botanische en zoölogische specialisten in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw kregen deze specialismen een vaste plek in het archeologisch onderzoek. Wat later werden hier ook fysisch-antropologen aan toegevoegd. Als gevolg van het Verdrag van Valetta is de capaciteit van het onderzoek in de laatste jaren sterk toegenomen. Dit alles heeft geresulteerd in een forse toename van de specialistische output.
Het Verdrag van Valetta
In de uitwerking van het Verdrag van Valetta heeft de Nederlandse overheid ervoor gekozen de archeologie grotendeels door marktpartijen te laten uitvoeren. De biologisch-archeologische specialisten zijn in dit systeem werkzaam in gespecialiseerde
bedrijven, maar ook sommige opgravingsbedrijven, universiteiten en overheden hebben dergelijke specialisten in huis. In het eerste geval werken specialisten vaak als onderaannemer.
Huidige situatie
Ondanks deze lange geschiedenis is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. De laatste decennia is het aantal specialisten aan de universiteiten afgenomen, wat ten koste gaat van zowel onderwijs als onderzoek. En hoewel de capaciteit van het specialistisch 'marktonderzoek' is toegenomen, houdt die geen gelijke tred met de toename van het archeologisch onderzoek in het algemeen. Ook onderzoek naar de kwaliteit van programma's van eisen, veldonderzoek en rapporten geeft aan dat het met de inbedding van specialismen binnen het archeologisch onderzoek niet altijd even goed gesteld is.
Potentie biologisch-archeologisch onderzoek
Dat de potentie van het biologisch-archeologisch onderzoek niet ten volle benut wordt, heeft deels te maken met mechanismen van de markt, maar deels ook met het feit dat archeologen de mogelijkheden van specialistisch onderzoek niet altijd kennen. Daarom hebben in de archeologie actieve bio-archeologen (met name archeozoölogen, archeobotanici en fysisch-antropologen) zich verenigd in het Biologisch-Archeologisch Platform, kort: het BAP. Het BAP stimuleert de samenwerking tussen biologisch-archeologische specialisten, andere archeologen en beleidsmakers om de kwaliteit van het archeologische onderzoek te waarborgen. Door specialisten vanaf het begin bij het onderzoek te betrekken, zoals bij het schrijven van Programma's van Eisen, het opstellen van bemonsteringsstrategieën voor Plannen van Aanpak, maar ook tijdens het veldwerk en tijdens de uitwerking van het onderzoek. Het doel is synthetiserend en innovatief onderzoek.